De
rechtbank veroordeelt een 40-jarige man tot een
gevangenisstraf van 62 maanden voor zes
woninginbraken en zijf pogingen daartoe in een aantal wijken in
Arnhem-Noord en Velp. De man pleegde tussen november 2021 en maart 2022 zes woninginbraken en vijf pogingen daartoe in verschillende wijken in Arnhem-Noord en Velp.
De inbraken vonden voornamelijk plaats in het weekend. Kenmerkend voor genoemde woonwijken is het grote aantal woningen uit de jaren 1920 en 1930 die voorzien zijn van houten kozijnen. De inbraken kenmerkten zich door het boren van gaatjes in raamkozijnen en daarna het ontsluiten van een raam of deur. De buit bestond uit contant geld en sieraden.
Motivering rechtbank
Bij twee woningen trof de politie het DNA van de man aan. Volgens de rechtbank kan bewezen worden dat hij degene is geweest die daar heeft ingebroken of dat heeft geprobeerd. Kijkend naar dezelfde modus operandi bij de overige (pogingen tot) woninginbraken, in combinatie met een extra bewijsmiddel, oordeelt de rechtbank dat de man ook verantwoordelijk is voor negen andere woninginbraken of -pogingen. De rechtbank vindt dat bij vier ten laste gelegde feiten onvoldoende extra bewijs is, waaraan de man kan worden gekoppeld aan die feiten. De rechtbank spreekt hem voor deze vier feiten vrij.
Eigen financieel gewin
Het is voor de slachtoffers erg onaangenaam om te leven met de wetenschap dat een vreemde geprobeerd heeft hun woning te betreden of in hun woning is geweest en hun spullen heeft doorzocht. De eigen woning is bij uitstek een plaats waar men zich veilig zou moeten kunnen voelen. Bovendien zijn er vaak sieraden ontvreemd die niet alleen een grote financiële waarde hebben, maar een grote emotionele waarde. De man houdt echter alleen rekening met zijn eigen financiële gewin. De rechtbank vindt dit zeer kwalijk. Daarbij komt dat hij al eens eerder veroordeeld is voor diefstal en die eerdere bestraffing hem er kennelijk niet van heeft weerhouden opnieuw in de fout te gaan.
Celstraf
De rechtbank zoekt bij de straftoemeting aansluiting bij de oriëntatiepunten van het LOVS. Hieruit volgt dat het oriëntatiepunt zeven maanden gevangenisstraf is voor een woninginbraak gepleegd door iemand die eerder daarvoor veroordeeld is. Wanneer sprake is van een poging wordt dit met een derde verminderd. De rechtbank gaat bij iedere poging uit van vier maanden gevangenisstraf. De rechtbank komt daarom uit op een gevangenisstraf voor de duur van 62 maanden.
Schadevergoeding
Tot slot moet de man aan meerdere slachtoffers een
schadevergoeding betalen. Het gaat hier om een bedrag van ruim €30.000,-.