Arnhem – De rechtbank heeft een 26-jarige man en een 25-jarige vrouw uit Arnhem allebei veroordeeld voor de handel in en het bezit van cocaïne, het bezit van een vuurwapen en het witwassen van geld. Daarnaast is de man nog schuldig bevonden aan heling van een nieuwe scooter, de vrouw is daarvan vrijgesproken.
Arnhem – De rechtbank heeft een 26-jarige man en een 25-jarige vrouw uit Arnhem allebei veroordeeld voor de handel in en het bezit van cocaïne, het bezit van een vuurwapen en het witwassen van geld. Daarnaast is de man nog schuldig bevonden aan heling van een nieuwe scooter, de vrouw is daarvan vrijgesproken.
De twee vormden een stel. De rechtbank ziet de man als hoofdverantwoordelijke. Hij heeft zich ruim een jaar bezig gehouden met de handel in cocaïne. Deze handel vormde voor de man min of meer zijn vaste dagbesteding en was voor hem een voorname bron van inkomsten. Aan de man is een gevangenisstraf opgelegd van 24 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk.
De vrouw moet een werkstraf uitvoeren van 200 uur en is daarnaast veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden. Haar betrokkenheid bij de drugshandel van haar vriend was substantieel, hoewel ze pas later is gaan meedoen. Over een periode van ongeveer 4 maanden regelde de vrouw telefonisch zaken met gebruikers, bracht zij cocaïne naar afnemers en hielp zij met praktische zaken als het doorknippen van het plastic om de cocaïne.
De rechtbank rekent de man en de vrouw ook het bezit van een vuurwapen zwaar aan. Dit wapen lag in een nachtkastje naast het bed van het stel, terwijl zij de zorg hadden over hun pasgeboren baby en het 7-jarige kind van de vrouw. De aanwezigheid van kinderen was voor het stel kennelijk geen reden om zich van het vuurwapen te ontdoen.
Het geld dat de man en de vrouw verdienden met de drugshandel, is gebruikt voor hun levensonderhoud. Daarmee hebben zij zich schuldig gemaakt aan witwassen. De man en de vrouw zullen ieder afzonderlijk een bedrag van € 10.630,= aan drugswinst (als wederrechtelijk verkregen voordeel) moeten betalen aan de staat.
