In april 2022 werd door mevrouw Serventer bij het archeologiedepot melding gedaan van een metaalvondst. Het betrof een ring die onlangs in haar achtertuin aan de Agnietenstraat tevoorschijn was gekomen.
Het verweerde materiaal en het ovale siervlak zouden kunnen duiden op een ring uit de Romeinse tijd.
Dit soort toevalsvondsten moeten volgens de Erfgoedwet
worden gemeld bij de minister. Dat kan via een meldformulier of via de archeologen van de gemeente. Als je niet exact weet wat je gevonden hebt, kun je het laten determineren. Dat gebeurt in Arnhem op het archeologiedepot of door archeologen in het Erfgoedcentrum die daar regelmatig in de ArcheoHotspot
aanwezig zijn. Ook vondsten die met een metaaldetector zijn gevonden moeten worden gemeld. Bij ons geldt een zoekverbod voor metaaldetectoren. Dit is vastgelegd in de algemeen plaatselijke verordening (APV). De reden daarvoor is het gevaar van het aantreffen van niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog en het verstoren van archeologische resten.
De gevonden ring is gemaakt uit een koperlegering. Het verweerde materiaal en het ovale siervlak zouden kunnen duiden op een ring uit de Romeinse tijd. De inscriptie met een monogram (samengevoegde letters of tekens) duidt echter eerder op een ring uit de Renaissance. De letters lijken op het Christusmonogram. Mogelijk is het een handelaarsring. Metaalspecialist S. Heeren heeft de ring tussen 1450 en 1600 gedateerd. Hij is verbonden aan het Portable Antiquities of the Netherlands-project (PAN). De ring bevond zich in de donkere grond vlak onder het maaiveld. Deze grond kan van elders zijn aangevoerd om het gebied vruchtbaar te maken. Dat betekent dat de gebroken ring misschien niet plaatselijk is verloren, maar bijvoorbeeld in de stad.