De
rechtbank veroordeelt een 56-jarige man uit
Arnhem voor het opzettelijk om het leven brengen van een 47-jarige man. Hij krijgt een celstraf van zeven jaar.
Daarnaast legt de rechtbank de
tbs-maatregel met dwangverpleging op.
Op 6 december 2021 was de man bij zijn vriend thuis in de wijk De Geitenkamp. Hij bracht zijn vriend, het slachtoffer, die avond om het leven door hem met een mes in de hartstreek te steken. Vervolgens ging de man ervandoor en hield zich tot zijn aanhouding schuil. Hij liet het slachtoffer aan zijn lot over. Het slachtoffer stierf op de stoep voor zijn woning.
Alternatief scenario onwaarschijnlijk
De man schetste een alternatief scenario, waarbij het slachtoffer hem aanviel met een mes. Volgens de 56-jarige man kwam het slachtoffer om het leven, omdat de man zich tegen zijn aanval moest verdedigen. Dit deed hij niet opzettelijk, aldus de man. De rechtbank is van oordeel dat dit scenario niet aannemelijk is geworden. De man zweeg in eerste instantie en ontkende daarna elke betrokkenheid. In latere instantie verklaarde hij vaag, wisselend, op essentiële punten niet consistent en op bepaalde punten zelfs leugenachtig. Daarmee verwerpt de rechtbank ook het beroep op noodweer.
Gebrek aan respect
Volgens de rechtbank geeft de man blijk van een stuitend gebrek aan respect voor het leven van een ander. Door de manier waarop hij zich in de behandeling van zijn strafzaak opstelde, blijft onduidelijk wat er precies aan het misdrijf vooraf is gegaan en om welke reden hij het slachtoffer heeft gestoken. Dat is voor de nabestaanden een hard gelag. Zij moeten niet alleen hun broer, hun familielid missen, maar verkeren ook in onzekerheid over wat zich die avond heeft afgespeeld. Hun verdriet en gemis kwamen tijdens de voorgelezen verklaringen op de zitting indringend naar voren. Voor die pijn is de man verantwoordelijk, maar hij heeft die verantwoordelijkheid op geen enkel moment genomen.
Verminderd toerekeningsvatbaar
De deskundigen concludeerden dat de man lijdt aan verschillende stoornissen, waaronder een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in het gebruik van alcohol, cannabis en kalmerende middelen. De deskundigen adviseren het handelen van de man hem in verminderde mate toe te rekenen. De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen over en verklaart de man verminderd toerekeningsvatbaar.
Doodslag is een van de ernstigste delicten die de Nederlands strafwetgeving kent en daarbij past een langdurige gevangenisstraf. Daarbij houdt de rechtbank rekening met het feit dat de man het misdrijf pleegde onder invloed van stoornissen, maar zal dat in mindere mate doen dan de officier van justitie bij zijn eis heeft gedaan. Volgens de rechtbank is een gevangenisstraf van zeven jaar passend. De rechtbank oordeelt verder dat tbs met dwangverpleging noodzakelijk is, omdat de kans op herhaling groot is en om de veiligheid van anderen te waarborgen.
Schadevergoeding
Tot slot wijst de rechtbank de vorderingen tot vergoeding van materiële schade van de benadeelde partijen voor een groot deel toe. In totaal moet de man aan drie nabestaanden ruim €15.500 betalen.