De rechtbank veroordeelt een 38-jarige man zonder vaste woon- of verblijfplaats tot een gevangenisstraf van tien jaar voor poging moord. Dit gebeurde op de trappen van concertzaal Musis Sacrum in het centrum van Arnhem.
De man is verder schuldig aan het vernielen van een auto, het stelen van een bedrijfsbus en opzetheling van een Belgische kentekenplaat.
De man en het slachtoffer hadden al een week ruzie met elkaar. Op 14 juli 2023 liep de man op het slachtoffer af. Daarna sneed hij het slachtoffer met een door hemzelf meegenomen stanleymes zonder enige aarzeling en op een uiterst koelbloedige manier in de nek/halsstreek. Het slachtoffer raakte door de aanval zwaargewond.
De snijwond van 20 centimeter liet een blijvend en groot ontsierend litteken achter.
Door welbewust een doelgerichte snijbeweging te maken in het gezicht en de hals van het slachtoffer aanvaardde de man, volgens de rechtbank, de aanmerkelijke kans dat het slachtoffer zou komen te overlijden. Daarbij betrekt de rechtbank dat de halsstreek een zeer goed doorbloed gebied is waarbij niet diep onder de huid zeer belangrijke bloedvaten liggen die naar het hoofd en de hersenen gaan. Dergelijke bloedvaten hadden door het handelen van de man gemakkelijk geraakt kunnen worden. Het is aan gelukkig toeval en niet aan de man te danken dat hij geen vitale lichaamsdelen van het slachtoffer raakte.
De dag voor de aanval bedreigde de man het slachtoffer en maakte hij daarbij een stekende beweging met een mes. Ook zou de man hebben aangegeven dat hij uit was op wraak omdat hij eerder was geslagen door – vermoedelijk – het slachtoffer. Door deze omstandigheden, de rustige manier waarop de man aan kwam lopen en de manier waarop hij het slachtoffer benaderde en toestak, kalm en zonder enige twijfel, leidt de rechtbank af dat sprake was van een vooropgezet plan om het slachtoffer met het mes te doden.
De man had voldoende tijd en gelegenheid om een plan te maken voorafgaand aan de steekpartij en na te denken over de gevolgen van dat plan. De rechtbank oordeelt daarom dat sprake is van voorbedachte raad. Dat de man handelde in een hevige gemoedsopwelling blijkt niet uit het dossier.
De rechtbank vindt de moordpoging zeer ernstig. De rechtbank betrekt daarbij dat de man zich niets aantrok van het lot van het slachtoffer. Daarbij dacht hij ook niet aan omstanders die op korte afstand moesten toezien hoe hij schijnbaar uit het niets opdook, het slachtoffer aanviel en vervolgens hevig bloedend en mogelijk in levensgevaar zonder op of om te kijken achterliet. Uit de manier waarop de man het slachtoffer probeerde te vermoorden komt naar voren dat hij weloverwogen en met een grote mate van agressie reageert als hij meent dat hem onrecht is aangedaan.
De rechtbank gaat ervan uit dat de moordpoging volledig aan de man kan worden toegerekend. Op basis van de uitgebrachte rapporten kan niet kan worden bepaald of de bij de man vastgestelde stoornissen zijn gedragskeuzes en gedragingen zijn acties hebben beïnvloed.
Tot slot moet de man een schadevergoeding van ruim €10.000,- betalen aan het slachtoffer. Ook moet hij schadevergoedingen betalen van respectievelijk ruim €8.000,- en ruim €5.000,- aan de eigenaren van de vernielde auto en de gestolen bedrijfsbus.