Wie in het grootste deel van Arnhem een bestaande woning koopt moet daar zelf gaan wonen. Arnhem volgt hiermee nieuwe landelijke regels, die vanaf 2022 gaan gelden.
Door de opkoopbescherming hebben starters op de woningmarkt meer kans om een woning te kopen, omdat deze huizen niet meer kunnen worden gekocht door investeerders die ze willen verhuren. Een voorstel hiervoor legt het college vandaag ter inzage, zodat inwoners hun zienswijze kunnen geven.
Arnhem behoort tot de eerste groep Nederlandse steden die opkoopbescherming invoert. De opkoopbescherming gaat gelden voor huizen met een WOZ-waarde van maximaal €325.000; deze grens wordt jaarlijks geïndexeerd. Opkoopbescherming geldt dan voor de meeste Arnhemse wijken, namelijk Arnhemse Broek, Centrum, De Laar, Elderveld, Elden, Geitenkamp, Heijenoord/Lombok, Klarendal, Malburgen-Oost (Noord), Malburgen-Oost (Zuid), Malburgen-West, Monnikenhuizen, Presikhaaf-Oost, Presikhaaf-West, Rijkerswoerd, Schuytgraaf, Spijkerkwartier, St. Marten/Sonsbeek-Zuid, Velperweg en omstreken. en Vredenburg/Kronenburg. In totaal gaat het om ongeveer twee derde van alle koophuizen in Arnhem. De landelijke regels staan alleen opkoopbescherming toe in wijken waar de gemeente kan aantonen dat het opkopen van woningen leidt tot zoveel schaarste dat starters nauwelijks kans maken op een woning. Of als de leefbaarheid van de wijk erdoor onder druk komt te staan.
De inspraakperiode duurt tot en met 28 december. Daarna wordt de opkoopbescherming in de huisvestingsverordening opgenomen en voor behandeling naar de gemeenteraad gestuurd. Als de raad de opkoopbescherming goedkeurt, bepalen de landelijke regels dat woningen die worden verkocht de eerste vier jaar niet kunnen worden verhuurd. Woningen die voor het ingaan van de nieuwe regels al verhuurd werden, mogen dat blijven als ze worden verkocht.
Op de regels zijn drie uitzonderingen. Een verkochte woning kan wel verhuurd worden aan een eerste- of tweedegraads familielid. Ook als een huiseigenaar een periode in het buitenland wil verblijven, mag hij zijn woning verhuren. Dat kan voor maximaal één jaar. Ook verhuur van een woonruimte, die onlosmakelijk verbonden is met een bedrijfsruimte, winkel of kantoor blijft mogelijk. Voor al deze uitzonderingen moeten huiseigenaren wel een vergunning aanvragen.
Wethouder wonen Ronald Paping ziet de opkoopbescherming als een welkome mogelijkheid om de krapte op de woningmarkt te verminderen. ‘Hierdoor wordt het voor startende kopers net iets minder moeilijk om een woning te kopen. En het is beter voor de leefbaarheid van een wijk.’ De ervaring van de laatste jaren leert dat juist in opgekochte en verhuurde woningen steeds wisselende mensen wonen, die weinig binding met de wijk hebben. ‘Ook blijkt dat de huren van zulke woningen veel sneller stijgen dan gemiddeld. Daardoor wordt het voor inwoners steeds moeilijker om een betaalbare woning te vinden