Het
najaar is uitnodigend om naar het Kröller-Müller Museum te komen.
Het
is prachtig om een herfstwandeling in de beeldentuin te maken. In het
museum zijn veel nieuwe tentoonstellingen te zien:
Zoeken naar zingeving: tot en met 11 mei 2025
Zoeken
naar zingeving was de drijvende kracht achter Helene Kröller-Müllers
persoonlijke leven en verzameling. Dwars door de collectie is haar reis
te volgen langs kunstenaars en stromingen,
filosofie en spiritualiteit. Haar bestemming was een museum als een
centrum voor geestelijk leven, geplaatst in de rust van de natuur. Zoeken naar zingeving is
een tentoonstelling die inspireert en uitnodigt tot eigentijds
filosoferen over het leven
en kunst. Werken van onder anderen Vincent van Gogh, Johan Thorn
Prikker, Jan Toorop, William Degouve de Nuncques, Odilon Redon, Pierre
Puvis de Chavannes, Jan Sluyters, Charley Toorop en Piet Mondriaan zijn
hier te zien.
Vincent Dams.The Enzo Diga story: tot en met 2 maart 2025
In
deze tentoonstelling brengt kunstenaar Vincent Dams (Eindhoven, 1983)
zijn zelfverzonnen filmmaker Enzo Diga tot leven. De schilderijen,
getekende storyboards, filmposters en filmsets laten
bezoekers bijna geloven dat de persoon en zijn films echt zijn. Vincent
Dams maakt in 2017 een tekeningenreeks die als het ware een storyboard
vormt. Alleen wel een ongebruikelijke. De 120 tekeningen verbeelden de
vormende gebeurtenissen uit de jeugdjaren
van de fictieve filmmaker Enzo Diga. Gaandeweg vertakt de levensloop
zich op twee verschillende manieren. In de ene sterft Diga, in de andere
overleeft hij. Deze reeks vormt de basis voor de tentoonstelling in het
Kröller-Müller Museum.
Het artikel gaat verder onder de foto.
Vincent Dams.The Enzo Diga story
I am still alive: tot en met 5 maart 2025
In I am still alive. Mail art uit de Kröller-Müllercollectie zijn
kunstenaarsbrieven en -boodschappen te zien van On Kawara, Gilbert en George, Jan Dibbets, Alan Sonfist, herman de vries
en anderen.
Sinds jaar en dag sturen kunstenaars brieven en boodschappen, maar niet alle door kunstenaars verzonden post is automatisch mail art.
De wortels van de mail art liggen in de jaren zestig,
als de Amerikaanse kunstenaar Ray Johnson collages stuurt aan vrienden
en hun reacties per post krijgt. Kort daarna beginnen Fluxuskunstenaars
als George Maciunas, Yoko Ono en Robert Filiou het wereldwijde
postsysteem te gebruiken om hun kunst te verspreiden.
De kunstenaars van dit internationale collectief willen de gebaande
paden binnen de gevestigde kunstwereld van traditionele instellingen als
de kunstmarkt, musea en galeries, omzeilen. Zij willen kunst
democratisch en voor iedereen toegankelijk maken. Post
is een betaalbaar alternatief communicatiekanaal met een enorm bereik.
Ruimte bespelen: tot en met 30 maart 2025
In
de grote beeldenzaal zijn zes werken van minimal artists uit de
collectie bij elkaar gebracht. Minimal art ontstaat eind jaren zestig.
Kunstenaars als Carl Andre, Eva Hesse, Donald Judd,
Sol LeWitt en Robert Morris brengen sculptuur terug naar de basis: het
kan liggen of staan, neemt een plaats in, is gemaakt van een bepaald
materiaal en heeft een structuur en een vorm. De sculpturen zijn
eenvoudig wat ze zijn.
De
beeldenzaal is onderdeel van de museumvleugel die is ontworpen door Wim
Quist. Deze vleugel is op 11 juni 1977 geopend. Het museum kreeg met
deze uitbreiding een plek voor grote, ruimtebepalende
sculpturen van minimal artists.
Venus van de vodden: tot en met 13 april 2025
Er is een bijzondere combinatie van twee werken uit de eigen collectie te zien: Michelangelo Pistoletto’s Venus van de vodden en het bronzen beeld Aphrodite met spiegel.
> De
Venus van Michelangelo Pistoletto (Biella, 1933) staat tussen een berg
afgedankte lappen stof. Venus is het klassieke symbool van de eeuwige
schoonheid. Het onderwerp komt veel voor binnen
de westerse kunstgeschiedenis maar Pistoletto maakt haar van kunsthars.
In contrast met de klassieke figuur wijst de bonte verzameling vodden
op een rauwe werkelijkheid van vervuiling, armoede en sociale
achteruitgang. Schoonheid en verval, het klassieke en
het eigentijdse, het eeuwige en het alledaagse komen hier samen. Het is
Pistoletto’s commentaar op de moderne consumptiemaatschappij. Zijn
Venus blijft overeind tussen het opeengehoopte afval van de hedendaagse
samenleving die haar boven het hoofd groeit.
Ze keert ons de rug toe maar houdt ons tegelijkertijd een spiegel voor.
> De
spiegel is van oudsher een van de attributen van de godin Venus, de
godin van de liefde. Ook de kleine bronzen Aphrodite, de Griekse naam
voor dezelfde godin, heeft er een vast. De spiegel
verwijst naar de ijdelheid van de mooie godin die haar eigen reflectie
bewondert. Pistoletto speelt hiermee met zijn Venus van de vodden. Hij
neemt niet de schoonheid van Venus, maar onze maatschappij onder de
loep.
Nu te zien tot en met 1 juni 2025
> Tijd
en ruimte geven ons bestaan structuur, maar zijn niet tastbaar. De zes
kunstwerken die hier te zien zijn, richten zich juist op het
immateriële. Walter De Maria’s
Calendar verandert dagelijks, bijna onmerkbaar. Elke dag
verschuift een schakel in de ketting tussen de latten. Het is van dag
tot dag een minimaal verschil, maar over een week of een maand is de
hoek van deze kalender merkbaar anders. Met twee simpele
houten latten brengt De Maria het abstracte concept van tijd in beeld.
> Met Alle schaduwen die mij zijn opgevallen in het Kröller-Müller Museum legt ook Jan Dibbets het verstrijken van de tijd vast. De tapelijnen registreren de beweging van de zon en de veranderende
schaduwen gedurende een specifieke dag, een proces dat doorgaans ongrijpbaar blijft. Ook
Time Spoken van Ian Wilson zet aan tot denken over het fenomeen
tijd. Het werk bestaat enkel in het kortstondige moment dat iemand het
woord ‘time’ hardop uitspreekt. Dit tijdelijk oproepen van een idee door
middel van taal ligt ook ten grondslag aan
Lawrence Weiners A Turbulence induced within a body of water en Ian Hamilton Finlays
Windflower. Beide werken zijn tekstueel aanwezig op zaal, maar
bestaan met name in de gedachten van de beschouwer wanneer de gelezen
woorden zich ontvouwen in de verbeelding. Tenslotte maakt stanley brouwn
ons op uiterst eenvoudige wijze, een kaartje
met daarop vermeldt de afmetingen van de museumzaal, bewust van de
ruimte die ons vaak onopgemerkt omgeeft.
Fernsehgalerie Gerry Schum: tot en met 23 maart 2025
In 1968 richt de Duitse filmmaker Gerry Schum (1938-1973) samen met kunstenaar Ursula Wevers (1943)
Fernsehgalerie Gerry Schum op. Deze ‘televisiegalerie’ is niet te
bezoeken, maar bestaat uit uitzendingen op Duitse omroepen met film- en
videowerk van hedendaagse kunstenaars. Het is een radicaal nieuwe
manier om een breed publiek direct in de huiskamer
te bereiken en traditionele kunstinstellingen te omzeilen, een tendens
die in de jaren zestig breder wordt gedragen. In het museum zijn de twee
uitzendingen te zien:
Land Art en Identifications
In Land Art
zijn de kunstwerken van acht kunstenaars te zien, waaronder Dennis
Oppenheim, Robert Smithson en Jan Dibbets. Het zijn acht artistieke
ingrepen in het omliggende landschap, zoals de Nederlandse kust en een
Amerikaanse woestijn. In
Identifications is werk van twintig kunstenaars te zien. Hier
staat het uitvoeren van een handeling centraal. Reiner Ruthenbeck propt
zwart papier, Ulrich Rückriem stapelt blokken steen af, Mario Merz
tekent een spiraal. Zo onderstreept Schum de eenheid
tussen de kunstenaars en hun werk. In beide uitzendingen is
Schums strakke, eenvoudige cameravoering een essentieel onderdeel van
het eindresultaat. Ze worden uiteindelijk maar één keer uitgezonden op
de Duitse televisie.