Blaaskanker-patiënten die met behulp van een robot worden geopereerd herstellen sneller, hebben minder bloedverlies en hoeven minder lang in het ziekenhuis te verblijven. Dat is de kern van het proefschrift van uroloog Carl Wijburg.
Hij promoveerde vrijdag 10 februari op dit onderzoek en is werkzaam als uroloog in
Rijnstate.
Net na de eeuwwisseling geïntroduceerd
Robotchirurgie werd net na de eeuwwisseling geïntroduceerd binnen de vakgroep urologie. De eerste prototypes waren ontwikkeld voor gebruik aan een oorlogsfront omdat het artsen in staat stelde om op veilige afstand gewonden militairen te opereren. "De techniek bleek daarvoor niet interessant, maar het 3D-zicht en de extra bewegingen die de instrumenten konden maken, maakte toepassing in de chirurgische praktijk wel interessant. Een kijkoperatie kon met behulp van deze operatierobot ineens makkelijker worden uitgevoerd," aldus Carl Wijburg.
HD-3D beeld
Door de introductie van de robot-chirurgie werd het voor een chirurg mogelijk om met HD-3D beeld, in een ergonomische positie een lastige kijkoperatie uit te voeren. Een gouden vondst. "Met name de urologen konden zo de prostaatverwijdering ineens beter, sneller en veiliger uitvoeren. Studies hebben bewezen dat het met de robot betere uitkomsten voor de patiënt oplevert.’’
In 2003 werd, met een ouder type robot, al eens een urineblaas verwijderd. Het bleek nog steeds een complexe ingreep. Sinds 2012, vooral ook omdat nieuwe robotsysteem het toelieten, werd een robot-blaasverwijdering vaker toegepast.
Robot steeds breder ingezet
"In Rijnstate zijn we in 2010 begonnen met de prostaat- én blaaskanker-operaties met de robot (bezig, red.). We hebben veel ervaring opgedaan. Vanaf 2011 ook met nieroperaties en later zijn ook de gynaecologen en chirurgen gestart. Inmiddels hebben we twee van de nieuwste type systemen (de Xi) en worden in Rijnstate bijna 10 procent van alle robotoperaties in NL uitgevoerd,’’ vertelt Wijburg.
Omdat patiënten minder complicaties hebben en sneller herstellen met robotchirurgie ten opzichte van open-chirurgie bij blaaskanker, is het ziekenhuis volledig overgestapt naar robotchirurgie en wordt open-chirurgie zelden nog gedaan.
Samen met Radboudumc
Samen met
Radboudumc heeft Rijnstate een landelijke studie gedaan naar het voorkomen van complicaties bij robotchirurgie en open chirurgie. Die resultaten zijn onlangs gepubliceerd. In het wetenschappelijke onderzoek van Wijburg worden de opzet van de studie, de uitkomsten en het kostenaspect belicht. Wijburg; "Daarnaast hebben we een internationale studie gedaan naar de leercurve van deze complexe ingreep. Daaruit blijkt dat het artsen meer moeite kost om de robot-chirurgie onder de knie te krijgen. Maar als ze de techniek beheersen zijn de resultaten van een operatie beter dan bij een ‘open-ingreep’."
Nieuwe generaties chirurgen opleiden
Eerder werd gesteld dat er na dertig ingrepen een stabilisatie is in de ‘uitkomsten’ (bijvoorbeeld hoe lang de operatie duurt), maar uit deze studie blijkt dat bij ziekenhuizen met veel ervaring, de resultaten uiteindelijk beter worden en dat die uitkomsten stabiliseren na meer dan honderd ingrepen.
"Het robotsysteem biedt de mogelijkheid om nieuwe generaties chirurgen op te leiden,’’ zegt Wijburg, "zonder daar patiënten aan te hoeven blootstellen. Met simulatoren en modellen kan je heel veel training laten in een laboratorium doen. Zoals bij piloten in de luchtvaart ook gebeurt.’’
De Rijnstate-uroloog verwacht dat naarmate andere robotsystemen ook op de markt komen, de prijzen voor deze systemen dalen. "Door betere training van de artsen en centralisatie van de robots in ons land kunnen de uitkomsten nog weer beter worden dan eerdere onderzoeken lieten zien en de prijs naar beneden gaan.’’
Inmiddels heeft Rijnstate door haar voorlopers-rol ruime ervaring opgedaan binnen dit vakgebied en worden binnen het ziekenhuis nieuwe generaties robot-urologen opgeleid.
Voor meer informatie kun je kijken op de website:
www.rijnstate.nl .
Over Rijnstate
Rijnstate is een topklinisch opleidingsziekenhuis met circa 6.500 medewerkers en locaties in
Arnhem, Zevenaar, Velp en Arnhem-Zuid. Naast basiszorg voor patiënten uit de regio, biedt Rijnstate topklinische zorg op een aantal expertisecentra. Voor deze zorg verwijzen regionale en landelijke ziekenhuizen patiënten naar Rijnstate.
Rijnstate wil vooroplopen. Daarom werkt het ziekenhuis voortdurend aan manieren om merkbaar te blijven verbeteren. Om vernieuwingen te realiseren die tastbaar zijn, zet Rijnstate wetenschap in die ertoe doet. En wordt er veel onderzoek gedaan naar de oorzaken van ziekten en naar betere behandelingen.
Daarnaast werkt het ziekenhuis intensief samen met patiënten en met andere zorgverleners, binnen en buiten het ziekenhuis, om de zorg te verbeteren. Zo zet Rijnstate hoog in op passende zorg en preventie. Dat maakt de zorg op alle fronten steeds prettiger, soepeler en effectiever, op een heel menselijk niveau.