Gebiedsverbod voorman Pegida tot 10 april

03 apr , 12:18 Gemeenteberichten
rechtbanklocatie arnhem eusebius november 2022
REchtbank

De voorzieningenrechter stelt het gebiedsverbod dat de burgemeester van Arnhem aan de voorman van Pegida had opgelegd bij. Het gebiedsverbod, voor de gehele gemeente Arnhem, duurt nu tot 10 april van 2024.

Dat zijn drie weken in totaal in plaats van de zes maanden die de burgemeester had opgelegd.

Vooraf

De Nederlandse Pegida-voorman meldde bij de burgemeester van Arnhem dat hij op 23 maart 2024 op het Jansplein in het centrum van Arnhem een demonstratie wilde houden. Tijdens deze demonstratie wil Pegida een Koran verbranden. De burgemeester heeft deze demonstratie verboden. Daarbij heeft de burgemeester de voorman een gebiedsverbod opgelegd voor de hele gemeente Arnhem. Dit gebiedsverbod ging direct na het besluit in. De voorman verzocht de voorzieningenrechter dit besluit te schorsen, om zo het gebiedsverbod ongedaan te maken. De burgemeester heeft wel gezegd dat hij het gebiedsverbod wil wijzigen naar drie maanden, maar heeft dat nog niet gedaan.

Strikt noodzakelijk

Om een gebiedsverbod op te kunnen leggen moet sprake zijn van ernstige wanordelijkheden of de ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Verder moet de burgemeester voorafgaand aan het geven van een noodbevel beoordelen of minder verstrekkende middelen voorhanden zijn, dus of een minder zwaar middel ook voldoende is voor die situatie. Tenslotte mag het noodbevel niet verder gaan dan strikt noodzakelijk is.

Concrete terreurdreiging

De voorzieningenrechter stelt vast dat een eerdere demonstratie van Pegida in januari van dit jaar in Arnhem behoorlijk uit de hand liep en dat verzoeker van plan was om ondanks het demonstratieverbod toch naar Arnhem te komen. Daarnaast gaat de voorzieningenrechter er vanuit dat er sprake was van concrete lokale terreurdreiging.

Verbod is ingrijpend

Onder deze omstandigheden vindt de voorzieningenrechter het standpunt van de burgemeester, dat ten tijde van het afgeven van het noodbevel sprake was van een ernstige vrees voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden, redelijk. Maar niet voor drie maanden. Verder is zij van oordeel dat de burgemeester mocht stellen dat er geen ander, minder verstrekkend, middel was om het ontstaan van ernstige wanordelijkheden te voorkomen. De voorzieningenrechter heeft zich afgevraagd hoe lang dat gebiedsverbod dan wel mag duren. Dat is een lastige vraag. Zij kan namelijk ook niet in de toekomst kijken. Het is dus in zekere zin een willekeurige beslissing om vast te stellen hoe lang de ernstige vrees voor ernstige wanordelijkheden duurt. Het gebiedsverbod duurt voor de voorzieningenrechter te lang. Zij past daarom de duur van het gebiedsverbod aan tot 10 april 2024.