112

Extra bevoegdheid voor burgemeester in plaatselijke verordening

Foto: Gemeente Arnhem

Op plaatsen waar witwassen, drugshandel of uitbuiting dreigt, kan de burgemeester van Arnhem vanaf nu gebouwen, bedrijfsmatige activiteiten en gebieden aanwijzen voor een vergunningsplicht. Ook waar de leefbaarheid onder druk staat of sprake is van een openbare orde verstoring, heeft de burgemeester nu de bevoegdheid om eisen te stellen aan specifieke winkels of diensten met de vergunning.

Nieuwe barrière tegen ondermijnende criminaliteit

Met een extra paragraaf in de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) voor Arnhem introduceert de gemeente Arnhem de nieuwe barrière tegen ondermijnende criminaliteit. Of de burgemeester vervolgens daadwerkelijk de vergunningsplicht oplegt, hangt af van de ernst van de gevaren en de overlast, de omvang van de gevolgen en of lichtere maatregelen helpen.
Burgemeester Ahmed Marcouch: “Het is halszaak dat criminelen hier niet willen zijn, in onze stad. En ook hun handlangers niet. Ik wil geen hele sectoren opzadelen met een vergunningsplicht, het helpt juist tegen bepaalde winkels, bepaalde diensten of bepaalde branches op bepaalde plaatsen, precies daar waar goedwillende bewoners en ondernemers dat hard nodig hebben. Gerichte vergunningsplicht is dan wel zo eerlijk en effectief.”

Malafide

Het doel is om een veilig, leefbaar en bonafide ondernemersklimaat in Arnhem te stimuleren. De nieuwe bevoegdheid heeft zowel een preventieve als een repressieve werking. Door het mogelijk maken van een vergunningsplicht op aanwijzen van de burgemeester zullen criminelen langer nadenken alvorens zich te vestigen in Arnhem.
Marcouch: “Malafide ondernemers beginnen niet aan vergunningen. Zij vestigen zich bij voorkeur waar het toezicht van de overheid beperkt is en drukken daar met hun vaak sluipende criminaliteit de wijken naar beneden, terwijl wij met ons allen de stad juist willen optillen.”
Met de vergunningsplicht kan de gemeente Arnhem de integriteit van ondernemers toetsen met onderzoeken volgens de Wet Bibob. Van belang is dat exploitanten en beheerders geen dubieuze zaken op hun kerfstok hebben en geen relaties onderhouden met kwestieuze financiers; zo nodig wijst zogenoemd Bibob-onderzoek uit of zij bonafide zijn. Zijn zij malafide dan wordt er geen vergunning verleend en moeten de activiteiten stoppen. Weigeringsgronden voor de vergunning is volgens de APV: nalatigheid bij strafbaar gedrag, gevaar voor de gezondheid en in strijd met de wetten Arbeid Vreemdelingen en Milieubeheer.
Voorwaarde voor de vergunning is, dat exploitant en beheerder present zijn in de zaak waar het om gaat, want zij zijn verantwoordelijk voor hun cliëntèle en dienen strafbare zaken te weren uit hun winkel, werkplaats of andere bedrijf.

Te rade

De aanwijzing van de burgemeester voor de vergunningsplicht is aan strenge regels verbonden en moet goed onderbouwd worden. Marcouch: “Vaak zal ik naast politie en handhavers ook bewonersplatforms en ondernemersverenigingen raadplegen. Of ik ga te rade bij de teams leefomgeving en de branchegenoten. U kunt ervan op aan dat elke aanwijzing goed gemotiveerd is.”
Ook reeds gevestigde bedrijven kunnen vergunningsplichtig worden. Is dat aan de orde, dan krijgen zij drie maanden tijd om de vergunning aan te vragen. Doen zij dit niet, dan moeten zij hun activiteiten staken. Verleent de burgemeester de vergunning niet, dan kunnen zij bij de rechter een bezwaar indienen en een voorlopige voorzieningen vragen bij de rechter. Wordt de vergunning wel verleend, maar niet nageleefd, dan volgen net als bij de reeds bestaande vergunningsplichtige bedrijven bestuurlijke maatregelen zoals een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang, waaronder de al dan niet tijdelijke sluiting. Ook kan de vergunning worden ingetrokken.

Rekenkamer

De vergunningsplicht tegen georganiseerde criminaliteit en lage leefbaarheid hoort bij het ‘Plan van Aanpak ondermijnende criminaliteit’ voor de periode tot en met 2026, dat in de gemeenteraad is besproken. Hiervoor heeft de gemeenteraad zich de aanbeveling uit het rapport van de Rekenkamer Arnhem (2021) ter harte genomen: zet de ingeslagen weg sneller en steviger voort, was het devies.
De nieuwe bevoegdheden voor de burgemeester zijn beschreven in hoofdstuk 2 van de APV, afdeling 3, paragraaf 5. Het is een extra paragraaf die De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) nog niet in de model-APV heeft opgenomen;  wel doen enkele steden intussen bestuursrechtelijke ervaring op met de specifieke vergunningsplicht.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen