In de zomer van 1987 is een archeologische waarneming uitgevoerd na de sloop van de Prinsenhofschool, gelegen aan de zuid-oostzijde van de Markt. In die tijd was er nog geen gemeentelijke archeologische dienst en vrijwilligers van AWN-afdeling 17 hebben de werkzaamheden verricht.
Bij het onderzoek werden onder andere resten van de Jansbeek, grachten en stadsmuren aangetroffen. Tijdens de waarneming werden vondsten verzameld, waaronder een leren schoentje. Leer is een kwetsbaar materiaal, zoals de meeste organische zaken. Het blijft het best bewaard in permanent zuurstofarme, vochtige omstandigheden. Om die reden vermoeden we ook dat het schoentje uit de Jansbeek of uit de binnengracht komt.
Maat 31
Omdat de documentatie uit 1987 tamelijk beperkt is, is leerspecialiste L. Verspay geraadpleegd. Ze heeft het type vastgesteld op basis van het snijpatroon, de soort en positie van de sluiting. Het linker schoentje werd met een leren veter door paarsgewijze vetergaatjes over de wreef gesloten. Voor de samenstelling zijn vijf onderdelen gebruikt: de (linker)zool, het voorblad, de tong en twee achterpanden. De bovenzijde bevat een net afwerkrandje. Dergelijke schoenen werden in de periode 1400-1475 gedragen. De lengte van de schoen is ongeveer 21 cm wat samenvalt met maat 31, die je nu verwacht bij een acht jaar oud kind. De schoen lijkt niet erg versleten te zijn. Hoe is de schoen in de vochtige bodem terecht gekomen? Is het kind uit de schoen gegroeid en is deze daarom weggegooid? Misschien is de linkervoet wel blijven steken in de blubber van de beek of gracht en is de schoen op die manier verloren gegaan?
