Op 31 juli 2020 vond in het Musispark een steekincident plaats. Het slachtoffer raakte hierdoor levensbedreigend gewond.
De rechtbank veroordeelt een 48-jarige man uit Arnhem tot een gevangenisstraf van vier jaar voor een poging tot doodslag.
De man was met een aantal anderen in het park. Op enig moment kreeg de man een woordenwisseling met het latere slachtoffer over een langer bestaand conflict. Hierbij sloegen de mannen elkaar. De 48-jarige man fietste vervolgens naar huis en pakte daar onder meer een keukenmes. Hij fietste terug en stak het slachtoffer in zijn buik. Het slachtoffer raakte hierdoor levensbedreigend gewond.Volgens de rechtbank heeft de man zich schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag. Doordat hij met een mes met een lemmet van bijna twintig centimeter in de buik van het slachtoffer stak, aanvaardde hij bewust de aanmerkelijke kans dat het slachtoffer zou komen te overlijden. De man had hierdoor voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer. Evenals de advocaat van de man en de officier van justitie oordeelt de rechtbank dat geen sprake is van een poging tot moord. De man was door de ruzie zo van slag dat hij niet goed heeft kunnen nadenken over wat hij deed. Er was dus geen sprake van voorbedachte rade.
De man is onderzocht door een psycholoog en door een psychiater. Zij concluderen dat de man volledig toerekeningsvatbaar is. De stoornissen van de man beïnvloedden hem niet zodanig dat hij niet of minder in staat was zijn eigen keuzes te maken. De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen over.
Kijkend naar de ernst van het misdrijf, de grote gevolgen voor het slachtoffer en het justitiële verleden van de man, is volgens de rechtbank een celstraf van vier jaar een passende straf.
De deskundigen concludeerden - net als de reclassering - dat er een grote kans is dat de man opnieuw geweldsdelicten zal plegen als hij geen behandeling zou krijgen. De rechtbank vindt het daarom niet veilig als de man na zijn gevangenisstraf zonder behandeling of begeleiding vrijkomt. Om die reden legt de rechtbank aan de man een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) op. Als de gevangenisstraf van de man ten einde komt, kan de officier van justitie de rechtbank vragen deze maatregel ten uitvoer te leggen. De rechtbank zal dan bepalen hoe de maatregel er precies uit komt te zien. De man moet dan mogelijk behandeld en begeleid worden.
De man moet tot slot schadevergoeding betalen aan het slachtoffer. Het gaat om een bedrag van €86,57 voor reiskosten en kapotte kleding en een bedrag van €7.500,- aan smartengeld.