Gedrag dat we niet begrijpen, noemen we al snel ‘agressief’, ‘dwangmatig’ of gewoon ‘vreemd’.
Wist je dat dit gedrag bij dementie vaak een simpele oorzaak heeft? Sterker nog: als je de reden weet, zou je zelf misschien ook zo reageren. De volgende negen misverstanden komen het meeste voor.
1. Steeds tegen muren slaan of tikken
Het komt regelmatig voor dat mensen met (vergevorderde) dementie muren aanraken, soms heel vaak achter elkaar. Iemand die met een rollator steeds tegen de muur rijdt, wordt soms agressief genoemd. Vaak is het geen agressie, maar angst. Hij of zij kan de muren in de ruimte niet zien. Als je niet ziet waar je bent, wil je de muur voelen. Steeds opnieuw.
Wat kun je doen?Kijk eens door je oogharen naar de ruimte. Zie je één grote waas in ongeveer dezelfde kleur? Misschien ziet de persoon met dementie dit wel de hele dag. Zorg dat de muur duidelijk een andere kleur heeft dan de vloer. Zet een donkere kleur tegenover een lichte. Maar let op: gebruik geen zwart, want zwart zien mensen met dementie soms als een gat. Twijfel je nog? Maak foto’s van de ruimte en vervaag de foto met een filter. Dan zie je wat de ander wel (of niet) ziet. Je kunt hier ook een app voor downloaden, bijvoorbeeld de app van Bartimeus.
2. Pijn hebben, maar dat niet zeggen
‘Heb je pijn?’‘Nee hoor.’
Dat is misschien wel het grootste misverstand bij dementie. Veel onbegrepen gedrag is een reactie op pijn. Maar waarom zegt die persoon dat niet? Zelfs niet als je het vraagt? Omdat de betekenis van ‘pijn’ weg is als je al langer leeft met dementie. Je voelt iets vervelends, maar herkent het niet als pijn. Je kunt het dus ook niet vertellen. Vragen of iemand pijn heeft, heeft dus niet altijd zin.
Wat kun je doen?Kijk goed of er iets knelt. Bijvoorbeeld kleding of schoenen. Pijn in de mond kan ook een oorzaak zijn, maar denk ook aan andere gezondheidsproblemen. Probeer goed op te letten wanneer iemands gedrag verandert. Gebeurt dat vaker op deze plek, tijdens deze activiteit, in deze kleding of in deze ruimte? Vraag hulp aan een arts of verzorgende als je er niet uitkomt.
Lees meer over pijn en dementie
3. Bang zijn voor ruimtes
Iemand wil de badkamer niet in. Of weigert een lift in te lopen. Dat kan heel veel verschillende oorzaken hebben. Deze oorzaken komen veel voor:
Wat kun je doen?Vervang zwarte matten door een iets lichtere kleur, bijvoorbeeld blauw. Twijfel je of er vervelende geluiden zijn? Maak eens een filmpje of geluidsopname met je telefoon. Je telefoon heeft geen filter, dus je ‘hoort’ beter wat iemand met dementie hoort. Welk geluid klinkt dan best irritant? Spiegels kun je weghalen of afdekken. Probeer of extra verlichting verschil maakt.
Lees meer over veilig en prettig wonen met dementie
4. Niet beginnen met eten
Niet eten kan heel veel oorzaken hebben. Denk aan tandproblemen, mondproblemen of ziekte. Soms heeft iemand echt wel trek, maar heeft hij of zij hulp nodig om te beginnen met eten. Dit komt omdat je hersenen met dementie anders werken. Je lepel pakken, een hap nemen: dat gaat niet meer vanzelf. Je hebt een zetje nodig.
Wat kun je doen?Raak de arm aan, masseer de arm, geef bestek aan en breng het naar de mond. Soms hoef je dat maar één keer te doen en eet iemand de rest van de maaltijd zelf. Wat ook mee kan spelen is dat iemand het bord niet ‘ziet’. Het bord bewegen kan helpen.
Lees meer over eten en drinken bij dementie
5. De maaltijd van iemand anders opeten
Dit komt veel voor bij samen eten. Het eigen bord niet aanraken, maar het bord van de persoon ernaast wel. Dit gebeurt vaak als er beweging is. Vanuit de ooghoek ziet de persoon met dementie dat er iets gebeurt. De buurman is aan het eten. Hij beweegt. Dus dat trekt de aandacht. Het eigen bord staat stil voor de neus. Omdat daar geen beweging in zit, kan iemand met dementie het niet zien. Dat komt door de schade in de hersenen.
Wat kun je doen?Het eigen bord kan iemand met dementie soms pas zien als er beweging is. Zorg dat er iets gebeurt rond het eigen bord. Bijvoorbeeld: til het bord op en zet het nog een keer neer. Of schenk een glas water in en zet dat ernaast.
Lees meer over eten en drinken bij dementie
6. Anderen vastgrijpen
Als iemand je opeens vastpakt, kan dat lijken op agressie. Maar meestal is het iets anders. Als je niet goed ziet én je hebt al langere tijd dementie, dan zoek je houvast. Vaak is dat de reden dat mensen met dementie een verzorgende (of familielid) stevig vastpakken. Ze zoeken eigenlijk een stevig anker. Ze zoeken iemand die structuur geeft. Iemand die weet wat de bedoeling is.
Wat kun je doen?Reageer niet boos en niet bang. Dat maakt het erger, want dat geeft nóg meer onzekerheid. Als jij schrikt, denkt die ander: er zal wel iets mis zijn. Blijf dus zelf rustig en leg duidelijk uit wat er gebeurt of wat de bedoeling is.
Lees meer over afhankelijk gedrag en angst bij dementie
7. ‘Lastig’ gedrag in de gezamenlijke huiskamer
Wanneer mensen zelf kunnen kiezen waar ze gaan zitten zullen ze nooit met hun rug naar de keuken of de deuropening gaan zitten. In veel verpleeghuizen zitten mensen die nog kunnen lopen dus vaak op de fijne plekken en mensen in rolstoelen niet. Vaak zitten bewoners van dezelfde afdeling elke dag op dezelfde plek in een algemene ruimte. Als je erop let, zul je het zien: mensen die met hun rug naar de deuropening zitten, zijn vaak onrustiger. Als je ze laat ruilen van plek, verandert alles. Dan ‘ruilen’ ze ook van gedrag.
Wat kun je doen?Zorg dat iedereen de deur kan zien. Het is veel fijner om met je rug naar een muur te zitten. Middenin de ruimte kun je niet zien wie er binnenkomt. Je ziet ook niet wat er gebeurt. Overzicht vinden we fijn (met of zonder dementie). Mensen die de ruimte kunnen overzien, voelen zich prettiger.
Lees meer over veilig en prettig wonen bij dementie
8. Angst of woede bij het (liggend) wassen
Als iemand in bed wordt gewassen, gebeurt er veel. Bij wassen in bed wordt iemand steeds omgerold. Dat verstoort het evenwichtsorgaan. Als je een gezond brein hebt, is dat vervelend, maar begrijp je waarom het gebeurt. Als je dementie hebt, kun je in paniek raken. Zeker als je nog een beetje slaperig bent. Als je evenwichtsorgaan van slag raakt, gaan al je alarmsystemen aan. De menselijke, normale reactie is dan: vechten, vluchten of verstarren (niet bewegen). Vluchten kan niet. Wat blijft er dan over? Niet bewegen óf jezelf verdedigen. Bijvoorbeeld door te slaan of te bijten. Wat kun je doen?
Lees meer over angst bij dementie
9. 's Nachts ronddwalen en anderen wakker maken
Mensen die ’s nachts wakker worden en gaan rondlopen, doen dat om dat ze iets voelen. De twee meest voorkomende redenen:
Vooral trek wordt vaak vergeten. Wie honger of trek heeft, kan niet slapen. Vaak lopen mensen met dementie vanzelf naar een plek waar het licht aan is. Op zoek naar iets lekkers.
Wat kun je doen? Zet een lamp aan in de gang, met een fijne leunstoel ernaast. Op een tafeltje kun je een blik ontbijtkoek zetten of iets anders lekkers. Als dat niet helpt, is er misschien een andere oorzaak.
Lees meer over slapen en nachtrust bij dementie
Dit artikel is gecontroleerd door expert Roos Zwart
Heb je zelf een vraag over gedrag bij dementie? Onze expert Roos Zwart beantwoordt jouw vraag per mail. Roos weet veel over dementie en prikkels. Ze onderzoekt waar onbegrepen gedrag vandaan komt en vindt de oorzaak. Stel je vraag aan Roos