In 2018 en 2019 hebben opgravingen plaatsgevonden op het Cobercoterrein. Bij de onderzoeken werden resten van de gedempte Rietbeek, de houtzaagmolen en fabrieksgebouwen gedocumenteerd.
Er werden ook kraters aangetroffen met een diameter van meer dan tien meter. Ze bevatten scherven van de geëxplodeerde bommen.
In dit geval waren de bommen bedoeld om de Rijnbrug te vernietigen. De te optimistische geallieerde operatie Market Garden was een fiasco geworden en zou de laatste grote overwinning van de Duitsers in de oorlog zijn. Na de overgave van de Britse troepen bij de brug besloten de geallieerden dat moest worden voorkomen dat de Duitsers hun posities in de Betuwe zouden versterken. Op 30 september, 6 en 7 oktober 1944 zijn er bommenwerpers uitgestuurd om de Duitse bezetter te treffen en de brug te vernietigen.
Eén van de opgegraven bomkraters bevatte een deel van de wereldberoemde brug. Het massieve stuk van de iconische brug is als aluminiumfolie gescheurd en verkreukeld als gevolg van de kracht van het bombardement. Op 7 oktober 2019, exact 75 jaar na het bombardement, is het fragment als monument onthuld bij een krib aan de zuidoostzijde van de John Frostbrug. De hier uitgelichte bomscherf is een tastbare getuigenis van een bombardement op de brug dat het tragische klapstuk van de Slag om Arnhem vormde. Het ijzeren projectiel is uit een Marauder of Havoc bommenwerper van de Amerikaanse 9e luchtmacht geworpen. Een dergelijke General Purpose bom woog circa 485 kilo en had een afmeting van ongeveer 133 bij 41 cm en bevatte zo’n 170 kilo explosieve stof. De scherf is nog steeds vlijmscherp.