Gemeente als schuldeiser wil voorkomen dat schulden erger worden

21 jun , 16:09 Gemeenteberichten
schulden 28
De gemeente Arnhem wil voorkomen dat geldzorgen van inwoners met een uitkering of een andere vorm van bijstand erger worden door toedoen van de gemeente zelf.
Daarom neemt de gemeente Arnhem een aantal stappen om nog socialer om te gaan met de schulden die ontstaan doordat inwoners teveel bijstand hebben ontvangen. Zo heeft de gemeente ook in haar rol als schuldeiser meer oog voor de bestaanszekerheid van de Arnhemmers.

Gemeente als schuldeiser

Wethouder Bestaanszekerheid Mark Lauriks: “De overheid is één van de grootste schuldeisers. Als wij als gemeente inwoners met schulden willen helpen moeten we daarom ook kritisch blijven kijken naar onze eigen rol hierin. De stappen die we nu zetten kunnen voor mensen met geldzorgen een groot verschil maken. Ze passen goed in de lijn die we in Arnhem hebben ingezet voor de bestaanszekerheid van onze inwoners en een sociale uitvoering van de Participatiewet.”

Voorkomen dat schulden verder oplopen

Schulden die te maken hebben met de Participatiewet ontstaan bijvoorbeeld wanneer er iets in het inkomen of de gezinssamenstelling is veranderd, bijvoorbeeld door een scheiding. Dat leidt soms tot een lagere uitkering. Als een inwoner zo’n wijziging niet op tijd doorgeeft aan de gemeente, dan krijgen mensen tijdelijk een hogere uitkering dan waar recht op is. De gemeente is volgens de wet verplicht om ervoor te zorgen dat een inwoner het teveel ontvangen bedrag terugbetaald. Maar wanneer er sprake is van een laag inkomen kan dit lastig zijn. Hierdoor kunnen schulden door toedoen van de gemeente verder oplopen. Dit wil de gemeente Arnhem graag voorkomen. Daarom wordt het zogenoemde 'terugvorderings- en invorderingsbeleid' socialer gemaakt, hierbij gebruikt de gemeente de maximale ruimte die er is binnen de huidige wet- en regelgeving.

Kleine veranderingen maken een groot verschil

Eén van de stappen is het verlagen van de termijn waarin de gemeente een ontstane schuld verhaald op mensen. Die wordt verlaagd van twintig naar tien jaar. De gemeente spreekt een betalingsregeling af met de inwoner en denkt mee hoe de inwoner de schuld kan afbetalen. Wanneer het een inwoner na tien jaar nog niet is gelukt het bedrag volledig terug te betalen, vervalt het overgebleven bedrag. Ook vervallen de kosten van €75,- voor het versturen van een dwangbevel wanneer iemand meerdere keren niet reageert op oproepen om te betalen. Dit zorgt er namelijk alleen maar voor dat een schuld hoger wordt. Daarnaast wordt het minimumbedrag waarbij de gemeente een kleine schuld niet terugvraagt van €50,- verhoogt naar €75,-. En wanneer inwoners in één keer de helft van de schuld kunnen afbetalen wordt het resterende bedrag kwijtgescholden. Dit kwam in de praktijk al voor maar wordt nu ook vastgesteld in beleidsregels. Alle aanpassingen gelden voor schulden die ontstaan vanaf 1 juli 2024.