De rechtbank legt twee mannen uit Arnhem en Toldijk een gevangenisstraf op van vier jaar voor de productie van amfetamine en de voorbereiding van het productieproces.
De productie vond plaats in een tot een groot drugslab omgebouwde schuur in Millingen aan de Rijn. Een man uit Amsterdam legt de rechtbank een gevangenisstraf op van een jaar voor het treffen van voorbereidingshandeling in de schuur.
Na een melding over een drugslab in de schuur startte de politie op 1 februari 2023 een observatie. Hierbij zag de politie twee mannen de schuur in gaan. Nadat ze wegreden van het terrein hield de politie deze mannen aan. Later trof de politie een groot drugslaboratorium aan in de schuur. Ook vond de politie grote hoeveelheden grondstoffen en voorwerpen die nodig zijn voor de productie van amfetamine. De man uit Amsterdam kwam later door DNA-onderzoek in beeld.
Alle mannen ontkenden betrokkenheid bij het drugslab. Zij gaven allemaal aan maar een of meerdere keren op het terrein te zijn geweest. Wel trof de politie in het lab op verschillende plekken DNA van de mannen aan. De rechtbank gaat er vanuit dat in januari 2023 het drugslab in werking was en dat de maand hiervoor, in december 2022, voorbereidingen zijn getroffen om het lab in werking te stellen.
De eigenaar van het perceel verklaarde dat hij in januari 2023 ongeveer tien keer de twee mannen uit Arnhem en Toldijk op zijn terrein zag. Daarbij straalde de telefoon van de man uit Arnhem ook ongeveer 10 keer aan op een zendmast in de buurt van het drugslaboratorium. Uit al deze omstandigheden leidt de rechtbank de betrokkenheid van de mannen uit Arnhem en Toldijk bij de productie af. Omdat in het lab ook allerlei grondstoffen voor de productie aanwezig waren, vindt de rechtbank ook bewezen dat deze mannen betrokken waren bij de voorbereiding van het proces.De rechtbank gaat voorbij aan de afgelegde verklaringen van de mannen, omdat deze gelet op de bewijsmiddelen ongeloofwaardig worden geacht.
De man uit Amsterdam spreekt de rechtbank, in lijn met de eis van de officier van justitie en het standpunt van de verdediging in die zaak, vrij van de productie van amfetamine. Wel veroordeelt ze hem voor voorbereidingshandelingen. Zijn verklaring dat hij alleen aanwezig was op het perceel om oud ijzer op te ruimen, vindt de rechtbank niet geloofwaardig nu zijn DNA op verschillende plekken is aangetroffen, waaronder ook in het lab zelf.
De rechtbank oordeelt dat sprake is van ernstige delicten, waarbij gevangenisstraffen van lange duur passen. Amfetamine is zeer verslavend en schadelijk voor de gezondheid. De productie en verkoop ervan gaat vaak gepaard met andere vormen van zware en georganiseerde criminaliteit. Daar komt bij dat het drugsafval vaak rechtstreeks in de natuur wordt geloosd, wat grote schade veroorzaakt. De veroordeelde mannen lieten zich alleen leiden door hun eigen financiële gewin. Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat het om een grootschalig drugslab ging, bedoeld om grote hoeveelheden amfetamine-olie te produceren.
Aan de twee mannen uit Arnhem en Toldijk legt de rechtbank een gevangenisstraf op van 48 maanden. Deze straf is iets lager dan de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf van 54 maanden, maar de rechtbank komt tot een kortere pleegperiode dan de officier van justitie. Zij worden daarnaast veroordeeld voor het vergoeden van de kosten die zijn gemaakt voor het opruimen van het drugslaboratorium. Aan de man uit Amsterdam legt de rechtbank een gevangenisstraf op van 12 maanden.