De rechtbank veroordeelt een 32-jarige man voor zijn betrokkenheid bij een hennepkwekerij in Arnhem. Hij krijgt een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand en een taakstraf van 120 uur.
De politie trof op 17 mei 2021 een hennepkwekerij aan in een Arnhemse woning. In totaal nam de politie 376 hennepplanten in beslag. De stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen. De veroordeelde man was betrokken bij deze kwekerij.
De 32-jarige man uit Arnhem verklaarde tegenover de rechtbank dat hij de woning in Arnhem huurde om daarin een hennepkwekerij te vestigen. De kwekerij bouwde hij niet zelf op; dat werd door anderen gedaan. De man stelde wel zijn woning ter beschikking en zou meedelen in de opbrengst. Daarnaast verrichte hij hand- en spandiensten ten behoeve van de hennepkwekerij en bleef thuis om de kwekerij te bewaken en ervoor te zorgen dat anderen naar binnen konden om de hennepplanten te verzorgen. Om die reden veroordeelt de rechtbank hem tot medeplegen van het aanwezig hebben van hennepplanten, samen met onbekend gebleven anderen. Daarnaast veroordeelt de rechtbank hem tot het medeplichtig zijn aan de diefstal van stroom ten behoeve van die kwekerij. De man was ervan op de hoogte dat de elektriciteitsaansluiting buiten de meter omliep, verbleef fulltime in de woning en stelde zijn woning aan anderen ter beschikking om de hennepkwekerij te exploiteren.
De rechtbank neemt het de man kwalijk dat hij deze strafbare feiten heeft gepleegd. De handel in en het gebruik van verdovende middelen gaat vaak gepaard gaan met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit. Afgezien van het feit dat hennepteelt verboden is, kan zij ook gevaarlijke situaties - zoals brandgevaar - opleveren. Daarbij werd dus ook nog elektriciteit gestolen, waardoor uiteindelijk de andere, wel eerlijke stroomgebruikers deze kosten zouden moeten dragen De man heeft alleen zijn eigen, financiële gewin voor ogen gehad.
De door de rechtbank opgelegde straf is hoger dan de twee weken voorwaardelijke gevangenisstraf en 80 uur taakstraf die de officier van justitie had geëist. Volgens de rechtbank doet die vordering onvoldoende recht aan de ernst van de feiten.
De ontneming van het wederrechtelijk genoten voordeel, ofwel het afpakken van geld dat de man met het strafbare feit verdiende, schat de rechtbank op €9.000,-. Dit bedrag moet de man aan de Staat betalen.