De rechtbank veroordeelt een 45-jarige man uit Arnhem tot een gevangenisstraf van 100 dagen voor het beïnvloeden van een getuige en het bezit van wapens.
De getuige was in 2020 slachtoffer geworden van poging doodslag, waarvoor de rechtbank een andere man veroordeelde tot een langdurige gevangenisstraf.
De Arnhemmer benaderde in de aanloop naar het hoger beroep in die strafzaak de getuige. De getuige moest van de man zijn eerder afgelegde verklaring intrekken, dan wel aanpassen. Hij filmde de getuige en gaf daarbij aan wat hij moest zeggen. Onder meer dat hij de rechter zou gaan vertellen hoe het daadwerkelijk was gegaan.
De Arnhemmer probeerde dus op onaanvaardbare wijze de uitkomst van een strafzaak te beïnvloeden door de verklaringsvrijheid van de getuige aan te tasten. Dit is een ernstig delict, omdat iemand die getuige is geweest van een delict daarover tegen de politie en een rechter onbelemmerd en in vrijheid moet kunnen verklaren. Beperkingen van deze vrijheid ondermijnen de rechtsorde.
De man had een gaspistool, een patroonmagazijn, knalpatronen en een flesje pepperspray tot zijn beschikking. Volgens de officier van justitie dwong hij de getuige ook, door het gebruik van een vuurwapen, een geldbedrag van €140,- aan hem over te maken. De rechtbank oordeelt dat het dossier onvoldoende bewijs bevat om te kunnen vaststellen dat de man een vuurwapen bij zich had. De rechtbank spreekt de man daarom vrij van afpersing.
De rechtbank oordeelt dat het beïnvloeden van een getuige een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt. De rechtbank vindt voor dit feit en voor de overige feiten een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, te weten 100 dagen, passend.