112

Arnhemmer en Nijmegenaar veroordeeld voor poging tot doodslag

Foto: Rechtbank

De rechtbank veroordeelt een 26-jarige man uit Arnhem en  een 21-jarige man uit Nijmegen voor het samen plegen van een gekwalificeerde poging tot doodslag (een poging doodslag om een diefstal mogelijk te maken). De 26-jarige man uit Arnhem krijgt een celstraf van vier jaar en de 21-jarige man krijgt een celstraf van drie jaar opgelegd.

Daarbij is aan beiden tbs met dwangverpleging opgelegd. De rechtbank spreekt een 25-jarige man uit Nijmegen vrij van zowel met samen plegen als medeplichtigheid, omdat niet uit het dossier blijkt dat hij wist dat de andere mannen van plan waren om het slachtoffer te rippen (iemand slaan / spullen stelen, red.).

Slachtoffer in Velp

De Arnhemmer en de Nijmegenaar gingen op 3 maart 2020 samen naar de woning van het slachtoffer in Velp met het vooropgezette plan om een ripdeal te plegen. Het gebruik van (zeer fors) geweld zou daarbij niet worden geschuwd, zo kan worden afgeleid uit appgesprekken in het dossier. In de woning vielen zij het slachtoffer aan en mishandelden het slachtoffer op een vreselijke manier. Er is daarbij meermalen op het slachtoffer ingestoken met een mes, waaronder in zijn gezicht. Ook is het slachtoffer hardhandig op zijn hoofd geslagen met een stofzuigerstang. Het slachtoffer had aan zijn opgelopen verwondingen kunnen overlijden. Ondertussen doorzochten de mannen de woning. Zij waren op zoek naar geld en/of drugs. Het duo ging er met de auto van het slachtoffer vandoor en namen daarbij onder meer sieraden en geld van het slachtoffer mee. Ook lieten zij het slachtoffer vrijwel voor dood achter.

Gekwalificeerde poging doodslag bewezen

Beide mannen aanvaarden door hun handelswijze (op zijn minst) bewust de kans dat het slachtoffer zou overlijden. Zeker omdat zij hem vervolgens hulpeloos achterlieten. De rechtbank vindt verder bewezen dat deze poging tot doodslag is gepleegd met het doel om de diefstal met geweld van de sieraden, het geld en de auto eenvoudiger te maken. De mannen wilden het slachtoffer door het uitoefenen van geweld er toe dwingen te vertellen waar zijn geld lag. Later, toen bleek dat de derde persoon met de vluchtauto weg was, handelden zij op dezelfde manier om aan de autosleutels van het slachtoffer te komen om met zijn auto (en de buit) te kunnen vluchten.

Celstraf

De rechtbank legt aan de 26-jarige man uit Arnhem een gevangenisstraf op van vier jaar. Aan de 21-jarige man uit Nijmegen legt de rechtbank een gevangenisstraf van drie jaar op. Hij krijgt een lagere straf dan de 26-jarige man, omdat de rechtbank hem ook rekening houdt met zijn jonge leeftijd. De rechtbank houdt bij beide gevangenisstraffen rekening met straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd en met het feit dat de rechtbank aan allebei tbs met dwangverpleging oplegt. Daarom wijkt de rechtbank af van de eis van de officier van justitie.

Verminderd toerekeningsvatbaar

Volgens de rechtbank zijn  beide mannen verminderd toerekeningsvatbaar. Uit een deskundigenrapport blijkt dat de 21-jarige man aan verschillende stoornissen leidt. Als hij niet wordt behandeld, dan is volgens de rechtbank de kans groot dat hij opnieuw ernstige (gewelddadige) strafbare feiten pleegt die een gevaar opleveren voor de veiligheid van anderen.
Ook de 26-jarige man is volgens de rechtbank een gevaar voor de samenleving. Hoewel hij weigerde mee te werken aan recente rapportages, oordeelt de rechtbank dat ook bij deze verdachte sprake is van een stoornis. Zij komt tot deze conclusie op basis van onder andere een rapportage uit 2013, een weigerrapportage uit 2018, (recentere) reclasseringsadviezen, en zijn strafblad.

Gedwongen behandeling

De rechtbank vindt het daarom nodig dat het duo gedwongen behandeling ondergaat om de kans op herhaling te beperken. De rechtbank oordeelt dat de maatschappij tegen de mannen moet worden beschermd en legt daarom de tbs met dwangverpleging op.

Schadevergoeding

Tenslotte moeten de mannen ruim €9.000 aan schadevergoedingen aan het slachtoffer betalen. Dit bedrag bestaat voor €7.500 uit smartengeld.

Vrijspraak derde man

Een 25-jarige man was samen met de twee andere mannen naar de woning van het slachtoffer gegaan. Hij was de chauffeur van de auto. Hij ging ook mee naar binnen. Maar de man vertrok op het moment dat hij lawaai uit de keuken hoorde komen en liet de andere twee mannen daarbij zonder auto achter. De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat de 25-jarige man wist dat de twee andere mannen van plan waren het slachtoffer te rippen. De man wordt daarom vrijgesproken.

Bron: Rechtspraak

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen